Makkum, Van Doniakerk
|
| Kerk |
|
De kerk is gebouwd van 1660 tot ca. 1662, als opvolger van een middeleeuwse kerk. De eerste steen wordt gelegd op 23 maart 1660 door
Bonno van Donia. De kerk in gotische stijl staat op de St. Maartensterp, net als de vorige kerk genoemd naar de heilige Martinus.
Het betreft een tweebeukig kerkgebouw met een koor, en met forse westelijke toren. De noordbeuk is van het brede schip gescheiden door
vijf zuilen met lijstkapitelen. Het gebouw heeft drie indentieke ingangen met een ronde omlijsting versierd. De ingang in de toren is tot
± 1846 in gebruik geweest. De tegenwoordige ingang heeft een deur uit 1878. De toren is gebouwd tussen mei 1650 en juni 1652. Het werd een
toren met een zandstenen omgang en een spits die bekroond werd door een "sipel". In 1872 is de toren verbouwd tot een houten opbouw met
achtkantige spits. Oorspronkelijk had de toren twee klokken waarvan alleen de klok welke in 1774 gegoten werd door Johannes Nicolaus Derck
de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd.
Het schip heeft een tongewelf met zware trekbalken terwijl de noordbeuk een recht plafond heeft. Op de middelste trekbalk staat vermeld dat Bonno van Donia de eerste steen voor de kerk heeft gelegd. De renaissance preekstoel dateert uit ca. 1600 en is vermoedelijk afkomstig uit de vorige kerk. Het doophek met zijn gesneden tulpversieringen en barokke vazen is rond 1740 gemaakt. Tussen 1955-1958 is de kerk gerestaureerd en daarbij het meubilair gewijzigd. De nog aanwezige herenbanken (misschien uit de laat 17e eeuw) zijn verspreid over de kerk. De vloer is toen belegd met estrikken en de grafzerken zijn verplaatst naar de dooptuin, de voorkerk en de toren. De kroonluchters in de kerk zijn vlak na de bouw van de kerk geschonken door verschillende rijke inwoners. Tegenover de preekstoel hangt een model van een kofschip, als herinnering aan de Makkumer scheepvaart. In 1983/1984 zijn de noord- en zuidgevel gerestaureerd. In 1984 is het interieur geschilderd. De kerk is een rijksmonument. |
| Orgel |
| 1848 |
| Het orgel wordt gebouwd door C.F.A. Naber uit Deventer. Op 2 juli wordt het orgel in gebruik genomen. |
| 1906 |
| Restauratie door Fa. L. van Dam & Zn. uit Leeuwarden |
| 1955 |
|
Restauratie door J. v.d. Bliek te Leeuwarden. - Vier spaanbalgen worden vervangen door twee regulateurbalgen. - Er worden nieuwe windkanalen gemaakt. |
| 1978 |
| Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden voert een restauratie uit. Er wordt een gebruikte magazijnbalg geplaatst. Adviseur is Willem Talsma. |
| Dispositie |
| Hoofdwerk, C - f''' | Bovenwerk, C - f''' | ||||||
|
Bourdon Prestant Holpijp Octaaf Roerfluit Piramidefluit Octaaf Cornet D Mixtuur Trompet B/D |
16' 8' 8' 4' 4' 3' 2' 3 st. 3-6 st. 8' |
Prestant Roerfluit Fluit travers (vanaf a) Fluit d' amour Woudfluit Flageolet Dulciaan B/D |
4' 8' 8' 4' 2' 1' 8' |
||||
| Pedaal, C - f' | Werktuigelijke registers | ||||||
| Aangehangen | Klavierlkoppel B/D | ||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 7 minuten |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân |
| Voluntary Opus 7 no. 9 deel 2 (Fuga) John Stanley (1712-1786) |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 2 minuten en 53 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 1996 |